Eerste milieu
1. Leefsituatie: alleenstaand, samenwonend, inwonend bij ouders, kinderen, huisvesting, relatie met buren
2. Partner en kinderen
3. Sociale steun
4. Zelfverzorging
Tweede milieu
1. Huidig werk of opleiding
2. Indien geen werk: oorzaak of reden, toekomstverwachting
Derde milieu
1. Familierol: band met oudersm broers en/of zusters
2. Burgerrol: deelname aan maatschappelijke organisaties en verenigingen
3. Sociale rol: contacten met vrienden en (goede) kennissen; contacten met justitie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten