Ganglion
- = heldere mucine-achtige vloeistof
gevulde cyste nabij een gebwricht of peeschede in de pols.
- Oorzaak = “ventielwerking”:
synoviaalvloeistof bij drukverhoging in het gewricht in de cyste wordt
geperst zonder dat deze bij drukverlaging weer kan terugvloeien.
- = langzaam groeiende duidelijk
begrensde zwelling, los van huid vast aan de onderlaag. Consistentie week
tot vast.
- Voorkeurslokatie: dorsaal proximaal op
de carpus en volair t.h.v. radiocarpaalgewricht.
- LO: contourveranderling, lokaal
drukpijnlijk, eindstandig geringe beperking.
- Behandeling:
- Expectatief: meestal spontane
regressie in 2 jaar.
- Corticosteroiden intra-lesionaal: 30%
recidief.
- Operatief, resectie: 10% recidief.
Morbus de Quervain
- = stenosrende peeschede ontsteking 1e
extensoren compartiment.
- Oorzaak: overbelasting m.n. bij vrouwen
30-50jr.
- Presentatie: pijn bij knijpen/ vuist
maken.
- LO: palpabele verdikking v.d. peeschede
met lokale drukpijn, positieve test van Finkelstein.
- Behandeling:
- Identificeren/ voorkomen
overbelasting.
- Conservatief: locale infiltratie 1e
compartiment met corticosteroiden, rustspalk.
- Operatief: Kieven extensoren
retinaculum over 1e compartiment.
TFCC letsel (Triangulaire
FibroCartilaginaire Complex)
- TFCC bestaat uit fibrocartilaginair
weefsel (discus) en heeft een structuur die op de meniscus van de knie
lijkt, uitgespannen tussen proc. Styloidii ulnae en radius (DRU)
- TFCC is de voornaamste stabilisator van
het distale radio-ulnaire gewricht; het draagt ook bij aan de ulnacarpale
stabiliteit.
- Letsels ontstaan door geforceerde
ulnaire deviatie of fysiologisch grote ulna.
- LO: pijn bij geforceerde
ulnairdeviatie, soms “klik” bij pronatie en supinatie.
- Beeldvormende onderzoek: MRI,
antrografie.
- Behandeling:
- Conservatief, vaak spontaan afname
klachten.
- Operatief: partiele excisie gescheurde
deel (a’scopie)
Scaphoid
pseudoartrose
- Fracturen van het os scaphoideum komen
relatief vaak voor en worden nogal eens gemistbij een eerste onderzoek à pseudo-artrose.
- LO: verminderde dosiflexie v.d. pols en
pijnklachten, drukpijn lokaal in het Tabatiere anatomique.
- Pseudo-artose
- Asymptomatisch (“toevalsbevinding”)
- Langzame fractuurgenezing (soms >6
maanden!)
- Avasculaire necrose proximale pool
- Behandeling
- Conservatief: expectatief,
gipsimmobilisatie (nog zinvol tot ongeveer 6 maanden)
- Opertief: Matti-Russe procedure
Hypermobiliteitssyndroom
(HMS)
- Hypermobiliteit v.d. gewrichten in het algemeen
met of zonder onderliggende bindweefselaandoening (Ehler-Danlos, M.Marfan)
geeft frequent polsklachten.
- 2 verschillende typen hypermobiliteit:
- ‘gegeneraliseerde hypermobiliteit’: mensen die 1 of meer hypermobiele gewrichten hebben maar geen hinder van ondervinden.
- ‘HMS’: 1 of meer hypermobiele gewrichten en wel hinder ondervinden. - Presentatie: aspecifieke pijn/
eindstandige radiocarpaal.
- LO:
- Positieve schuifladetest
- Algehele hyperlaxiteit (vingers/ duim/ ellebogen) - Behandeling is altijd conservatief.
Uitleg, onderarmspiertraining, meestal self limiting (vaak na 30e
levensjaar spontane verbetering klachten door relatieve verstijving van de
gewrichten)
- !
HDCT (heritable disorders of connective tissue): HMS, Marfan,
Ehler-Danlos, osteogenesis imperfecta !
Carpaal tunnel syndroom
- CTS = veel voorkomende zenuwcompressie
aan de volaire zijde van de pols en onderarm, waarbij de n. Medianus onder
het flexoren-retinaculum beklemd raakt.
- Oorzaak is een vernauwing v.d. carpale
tunnel door bijv. Een synovitis v.h. polsgewricht of een tendosynovitis
v.d. polsflexoren of het polsgewricht, verdikte flexoren retinaculum of
eventueel door een fractuur.
- Presentatie: paresthesieen (vooral ’s
nachts) in de middelste 3 vingers en soms de duim. Motorische uitval met
verzwakking van de m.abductor pollicis brevis en de m.opponens pollicis
met atrofie van de duimmuis.
- Onderzoek: Tinel /Phalen, sensorisch /
motorisch.
- Behandeling
- Conservatief:
- verminderde belasting in dorsaalflexie/ supineren
- Locale corticosteroiden - Operatief:
- Klieven flexorenretinaculum
- Altijd bevestigen met EMG
- Cave motorische tak naar de thenar (abductor en opponens pollicis)
Osteonecrose – pols
(M. Kienbock)
- =osteonecrose van het lunatum
- Vnl bij mannen leeftijd 15-40 jaar
Osteochondritis
dissecans
- Osteonecrose
laterale condyl (capitellum) -> corpora libra
- Komt vnl voor bij adolescenten/ jong
volwassenen
- Hogere kans op krijgen van artrose
- Behandeling
- Conservatief: uitleg/ alg. Advies
- Operatief: opboren/ microfracturing en
verwijderen corpora libera.
Artrose
- Primaire artrose v.d. pols is zeldzaam,
meestal is er sprake van secundaire: posttraumatisch (distale radius),
M.Kienböck, Artritis (RA)
- Presentatie: pijn bij belasten eerst,
later ook in rust of nachtpijn.
- LO: zwelling van het polsgewricht,
verminderde ROM (m.n. radiair en ulnair deviatie is vaak opgeheven), soms
crepitaties bij passieve bewegingen welke pijnlijk zijn.
- Behandeling (1ste instantie
altijd conservatief: spalk)
- Artrodese (bij RA)
- Focale artrodese (bij posttrauma)
- Proximale rij carpectomie
Artritis – septisch
- Presentatie: heftige pijn, rood,
hydrops, koorts
- Cave: patienten met immuunsuppresiva
- Onderzoek: infectieparameters,
rontgencontrole, echo + punctie
- Behandeling ( <25 uur):
- Antibiotica
- Intra-articulair slechte penetratie
antibiotica
Intersection syndrome = roeier pols = oarsman’s wrist
- = irritatie met als gevolg
tendosynovitis door kruising van de pezen enerzijds de abductor pollicis
longus met de extensor pollicis brevis en anderzijds extensor carpi
radialis longus en brevis.
- LO: pijnlijke, gezwollen plek proximaal
van het extensoren retinaculum v.d. pols
- Behandeling:
- Instructie – overmatige belasting
voorkomen
- NSAID
- Ontlastende spalken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten