Syndroom diagnose vs. structuurdiagnose
1. Syndroomdiagnose of descriptieve diagnose: deze diagnose is alleen beschrijvend en geeft geen informatie over de redenen en manier van onstaan.
2. Structuur diagnose: deze diagnose geeft naast een beschrijving van de symptomatologie aan waardoor en op welke wijze het syndroom onstaan is.
In een syndroomdiagnose worden symptomen geordend tot homogene syndromen, groepen van (dikwijls) samen optredende symptomen. Kernsymptomen zijn met enige zekerheid gekoppeld aan een specifieke stoornis; faculatieve symptomen maken het beeld van een stoornis volledig, maar zijn niet richtinggevend voor een bepaalde stoornis
Bij structuurdiagnose zijn volgende factoren aanwezig:
- Predisponerende factoren: factoren die iemand kwetsbaar maken.
- Luxerende factoren: factoren die de stoornis uitlokken.
- Onderhoudende factoren: factoren die de stoornis onderhouden of versterken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten