Wekedelensarcomen
vormen een heterogene groep mesenchymale maligniteiten.
Onderscheid naar
leeftijd
- <15 jaar: rhabdomyosarcomen
- 15-30: rhabdomyosarcomen,
Ewing-sarcomen, synoviosarcomen
- Bijna de helft van de patienten met
sarcoom is ouder dan 65 jaar.
Onderscheid naar
lokalisatie
Wekedelen zijn niet
gerelateerd aan een bepaald orgaan. Ze komen het frequentst voor in de
extremiteiten, gevolgd door romp, hoofd-halsgebied, en retroperitoneum.
De vier meest
voorkomende sarcomen op volwassen leeftijd zijn het leiomyosarcoom, het
liposarcoom, hey synoviosarcoom en het pleiomorf sarcoom.
Desmoid/fibromatosis
- Desmoidtumoren zijn borderline maligne
tumoren die vrijwel nooit metastaseren.
- Behandeling van voorkeur is chirurgie.
Indien er sprake is van multifocale of moeilijk operatief of te bestralen
laesies, is systemische behandeling met hormonale en/of NSAIDs.
- Desmoidtumoren kunnen deel uitmaken van
het Gardner-syndroom.
Kaposi-sacroom =
vaak HIV veroorzaakt.
Cystosarcoma
phylloides (1% v. alle mammatumoren). Overgrote deel ervan is goedaardig,
maligne cystosarcoma is behandeld door ablatie van de mamma.
Dermatofibrosarcoma
protuberans = oppervlakkig gelegen laaggradige sarcoom. Behandeling is met
imatinib.
Radiatiesarcoom =
een sarcoom dat zich ontwikkelt in een gebied waar ten minste 3 jaar eerder
bestraling gegeven is.
GIST
- GIST onstaan of differentieren uit de
interstitiele cellen van Cajal die KIT (CD117) en CD34 tot expressie
brengen.
- Behandeling van voorkeur is chirurgie,
bij metastase of irresectabele GIST os imatinib de behandeling.
- Follow-up m.b.v. FDG-PET is gunstig,
respons op imatinib is eerder te zien op PET dan met CT.
Sarcomen in het
kader van genetische syndromen
- Li-Fraumeni-syndroom (kiembaanmutatie
in het p53-tumorsuppressorgen) à combinatie van wekedelen- en
botsarcomen, mammacarcinomen, hersentumoren, leukemie en
bijnierschorscarcinomen.
- Ziekte van Von Recklinghausen/neurofibromatosis
(mutatie NF1-gen) à neurofibromen.
- Familiair
retinoblastoom (mutatie retinoblastoma tumorsuppressorgen) à
m.n. osteosarcomen.
- Gardner-syndroom
(FAP) à
Desmoid.
Symptomen
- Pijnloze, zwelling die ofwel snel
groeit of die er allang zit en de laatste tijd ineens snel is gaan
groeien.
- Bij een retroperitoneale of viscerale lokalisatie is een
opgezette buik of een vol gevoel soms het enige verschijnsel.
- Pijn of zenuwuitval treedt vaak pas als
de tumor erg groot is en ingroeit in omliggende structuren als zenuwen en
botten.
Signalen die
aanleiding geven tot een sterkere verdenking op een maligne wekedelenzwelling:
- Snelle groei van de zwelling
- Voorgeschiedenis met bestraling
- Familiaire syndromen zoals
neurofibromatosis, Li-Fraumeni en familiair retinoblastoom.
- Verschijnselen die passen bij
metastering.
Diagnostiek
- Rontenfoto: om te zien of er sprake is
van botingroei, dit kan helpen bij het onderscheid tussen een primair
wekedelensarcoom of een primaire bottumor.
- MRI is het onderzoek van eerste keuze.
- CT als indicaties zijn: contraindicatie
MRI (claustrofobie, onlosmakelijke metalen), te weten of er ossificatie of
calcificatie in een tumor aanwezig is.
- Skeletscintigrafie is alleen van nut
indien er op grond van klachten het vermoeden op ossale metastering
bestaat of indien er sprake is van rhabdomyosarcoom.
- Histopathologische diagnostiek m.b.v. dunnenaaldbiopsie
voor cytologie, of met een dikkenaalbiopsie of incisiebiopsie voor
histologie.
- Mbv cytologie wordt een onderscheid
gemaakt tussen een epitheliale tumor, sarcoom, melanoom en lymfoom.
Behandeling
- Groot deel van de patienten
tegenwoordig worden gecombineerd behandeld met chirurgie, radiotherapie en
soms ook chemotherapie.
- De standaard chirurgische behandeling
bestaat uit een ruime resectie: ‘en bloc’ verwijderen v.d. tumor.
- Indien bij een operatieonverwacht
sprake lijkt te zijn van een sarcoom, is het beter de operatie te
beeindigen dan een niet-radicale resectie te doen (‘whoops’-procedure).
- Voor sarcomen van de extremiteiten is
hyperthermische geisoleerde ledemaatperfusie ontwikkeld. Hiervoor wordt
gebruikgemaakt van TNF-alfa en het cystostaticum melfalan. Het is cruciaal
om de systemische lekkage van het TNF-alfa tot een minimum te beperken
gezien het feit dat systemische toediening van TNF tot het klinisch beeld
van een septische shock leidt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten