1. Squameuze dysplasie/ Carcinoma in situ
2. Atypische adenomateuze hyperplasie
3. Idiopathische pulmonale neuro-endocriene celhyperplasie (DIPNECH)
Het plaveiselcarcinoom ontwikkelt zich via epitheelverandering in stappen;
Stap 1. Metaplasie
Stap 2. Dysplasie
Stap 3. Carcinoma in situ
Atypische adenomateuze hyperplasie = een focale laesie waarbij de alveolaire en respiratoire bronchioli bekleed met monotone, atypische kubische of cilindrische epitheliale cellen met een dicht chromatine.
DIPNECH is een zeldzaam klinisch pathologisch syndroom dat zich op twee manieren kan presenteren:
- In de kader van obstructief longlijden
- Zonder interstitiele longlijden (toeval bij CT ontdekt)
Het histologische beeld wordt gekenmerkt door een tot het bronchusepitheel bepekte proliferatie van neuroendocriene cellen en vaak gecombineerd met meeredere veel typische carcinoiden. Dr hyperplastisch neuroendocriene cellen in het respiratoire slijmvlies liggen los, in kleine nodules of lineair.
Morfologische voorstadia van longkanker zijn:
- Plaveiselcellige metaplasie met dysplasie bij plaveiselcelcarcinoom
- Atypische adenomateuze hyperplasie bij adenocarcinoom
- Neuro-endocriene celhyperpladie bij carcinoiden
Bron: Velde, C.J.H van de. (2011) Oncologie. Hoofdstuk 16
Geen opmerkingen:
Een reactie posten