In het algemeen worden er drie belangrijke factoren onderscheiden:
- Constitutionele
- Mechanische
- Vasculaire
De intra-articulaire osteochondrosen (zoals osteochondritis dissecans) hebben een ongunstiger prognose dan de extra-articulaire (zoals in de apofyse van calcaneus = ziekte van Sever-Shinz)
Ziekte van Frieberg (=ziekte van Kohler I)
Ziekte van Freiberg komt meestal bij adolescente meisjes voor. Klinisch kenmerkt de ziekte zich door pijn t.h.v. metatarsale II kopje. In de acute pijnfase kan tijdelijk immobilisatie worden voorgeschreven middels een loopgips. Indien de ziekte resulteert in een gedeformeerd pijnlijke MT II kopje kan er worden overwogen om het kopje te verwijderen.
Ziekte van Sever-Schinz |
Ziekte van Sever-Schinz komt meestal bij jongens voor tussen 8-12 jr. Klinisch kenmerkt door pijn ter plaatse van de aanhechting van de achillespees aan de calcaneus, soms met zwelling. De behandeling bestaat uit een siliconen steunzool onder de hak, eventueel met een lichte hakverhoging. Bij ernstige klachten kan een loopgips worden voorgeschreven. Operatieve behandeling is niet zinvol.
osteochondritis disssecans van de voet |
OD in de enkel komt voornamelijk aan de mediale bovenzijde van de talus voor. Naast de reeds eerder benoemde factoren wordt het ook wel na een trauma geconstateerde (bijv inversietrauma v.d. enkel)
Klinisch wordt OD gekenmerkt door slot-klachten, pijn en soms een zwelling. Naast rontgen is aanvullend MRI is zinvol.
Vaak is geen behandeling nodig. Wel dient de piekbelasting van de enkel te worden verminderd. Indien er loslating van het osteochondrale fragment dreigt te ontstaan, zal atroscopisch een refixatie worden verricht. Als refixatie technisch niet mogelijk is zal het fragment worden verwijderd. Het gedeelte met de avasculaire necrose zal dan worden opgeboord om revascularisatie van het bot en de vorming van littekenkraakbeen (dus geen hyaline kraakbeen!) te bereiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten