Lever functies


Eiwit metabolisme

Lever is de belangrijkse orgaan dat alle circulerende eiwitten synthetiseert behalve gamma-globulins. Plasma bestaat uit 60-80 g/L eiwitten, voornamelijk in vorm van albumine, globuline en fibronogen. De lever synthetiseert ook factoren betrokken bij stolling zoals fibrinogen, prothrombin, factiren V, VII etc, eiwit C/S en antithrombin.

  • Albumine: belangrijke functies zijn handhaven van oncotische druk en vervoer van water onoplosbaar stoffen, zoals bilirubine, hormonen, vetzuur en medicaties.
  • Hypoalbuminemia: naast chronische lever ziekte komt ook voor bij nefortische syndroom, trauma met sepsis etc.
Naast synthetiseren speelt lever een belangrijke rol in afbreken van aminozuur. In lever wordt aminozuur afgebroken tot ammonia, dat wordt later tot ureum ongezet en komt in urine terecht.

Koolhydraten metabolisme

Glucose homeostase en handhaving van de bloed suiker waarden is een belangrijke functie van de lever. Een lever slaat rond 80g glycogen.

Vet metabolisme: lever synthetiseert VLDL, IDL en HDL.

Vorming gal

Gal bestaat uit water, elektrolyten, gal zuur, cholesterol, fosfolipiden en geconjugeerde bilirubine. Bilirubine is geproduceerd voornamelijk door afbraak van volwassen rode cellen, het gebeurt in Kupffer cellen en  reticuloendothelial systeem. 
15% van de bilirubine komt vanuit andere heem bevattende eiwitten, zoals myoglobuline, cytochromen en katalases.
Bilirubine vorming:
  1. Van heem wordt ijzer en globine verwijderd en hergebruikt, overblijvend = Biliverdine.
  2. Biliverdin wordt gereduceerd tot ongeconjugeerd bilirubin ( dus niet water oplosbaar)
  3. Ongeconjugeerde bilirubine is dan vervoerd naar de lever gebonden aan albumine.
  4. In lever cellen wordt de ongeconjugeerde bilirubine omgezet tot geconjugeerde bilirubine onder invloed van glucuronzuur en daarna uitgescheiden in de gal. Zo komt het terecht in de darmen.
  5. In de darmen wordt bilirubine tot urobilinogen omgezet en een gedeelt excreteert als stercobilinogen en de rest van urobilinogen wordt weer opgenomen in de darmen.
  6. Gereabsorbeerd urobilinogen worden door de nieren uitgescheiden of komt weer terecht in de gal.
Hormoon en medicatie inactivatie
De lever kataboliseert hormonen zoals insuline, glucagon, oestrogeen, groei hormoon, glucocorticoide en PTH. Het is ook een belangrijke plek voor medicatie en alcohol metabolisme.

Immunologische functie
De lever functioneert als een zeef, dat bacterien en andere antigeen dat in de portaal tractus terecht komt, filteert.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten