Metastering

Lymfogeen

Via lymfbanen worden tumorcellen versleept naar het eerste regionale lymfklierstation. Veel tumorcellen die in het eerste lymfklierstation worden gevangen zijn niet in staat zich te handhaven en vermeerderen door de afweerfunctie van de lymfklieren. Maar de filterfunctie is niet alrijd effectief. Tumorcellen bevinden zich aanvankelijk in de randsinus, maar bij gevorderde de metastase kan de lymfklier soms geheel vervangen worden en zo retrograde lymfestroom veroorzaken.
 Van de filterfunctie wordt gebruikgemaakt bij het zoeken naar de schildwachtklier. Door in de tumor een radioactieve tracer of een vitale kleurstof in te spuiten kan peroperatief de eerste lymfeklier die de lymfestroom bereikt worden geïdentificeerd.

Hematogeen

Tumorcellen zijn fragiel en in de circulatie verplaatsen ze zich in groepen. Fibrine, dat op circulerende tumorcellen wordt afgezet, speelt een beschermende rol. Met moleculair-biologische methoden (de polymerasekettingreactie of PCR) kan DNA of RNA van tumorcellen in een groot aantal gevallen in de circulatie worden aangetoond. Manipulatie van het tumorgebied, zoals palpatie, massage of een operatieve ingreep, verhoogt de kans op het voorkomen van tumorcellen in het bloed.
Om tot een metastase te kunnen uitgroeien, moeten circulerende tumorcellen zich hechten aan de vaatwand. Hierbij spelen celadhesiemoleculen aan het oppervlak van tumorcellen en van de endotheelcellen van het ontvangende vat een rol. Eenmaal gehecht aan de vaatwand wordt door endotheelcelactivatie het tumorcelklompje omgeven door een netwerk van fibrine, bloedplaatjes en leukocyten.

Kantaantekening 1.  Van een metastase wordt pas gesproken als de tumorcellen in het 'doelwit' orgaan een nieuwe tumor hebben gevormd. Bij losse tumorcellen in de randsinus van een lymfklier of in een leversinus spreekt men dus niet van metastase.

Kantaantekening 2. De veneuze drainage van het door de tumor aangetaste orgaan bepaalt vaak waar de metastase zal ontstaan, namelijk in het eerstvolgende capillairbed, warin de circulerende tumorcellen als tumorcelemboli zullen vastlopen.

Bron: Velde, C.J.H van de. (2011) Oncologie. Hoofdstuk 1.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten